Recent heeft demissionair Staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) een wijzing van de Tabaks- en rookwarenregeling voorgesteld. Deze gewijzigde regelgeving omvatten onder meer het invoeren van de veelbesproken displayban en een verbod op reclame voor tabakswaren en dampwaren.
Deze wijzigingen (van zowel de Tabaks- en rookwarenregeling als het Tabaks- en rookwarenbesluit) liggen tot 3 september aanstaande ter consultatie voor aan ons allen (Regeling, Besluit), en wij hebben dan ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om de Staatssecretaris te voorzien van onze visie op deze wijziging. De implicaties van deze regelgeving voor het voortbestaan van dampen als levensvatbaar alternatief voor gewone sigaretten zijn enorm, en wij zijn van mening dat deze gewijzigde regelgeving – indien zo doorgevoerd – zal betekenen dat het voor huidige gebruikers van e-sigaretten vrijwel onmogelijk wordt gemaakt om legaal en gewoon hun dampwaren te blijven kopen in Nederland, laat staan dat we verwachten dat een roker (of toekomstige roker) nog überhaupt zal kunnen overstappen.
Hieronder de integrale beantwoording van de consultaties zoals vandaag door ons verstrekt aan de Staatssecretaris, met webopmaak. Ook is de volledige beantwoording met originele opmaak beschikbaar als download: “Beantwoording Consultatie – Acvoda v2.PDF” (582 KB)
Betreft:
Internetconsultatie Besluit houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluitInternetconsultatie Regeling houdende wijziging van de Tabaks- en rookwarenregeling
Weert, augustus 2017
Geachte Staatssecretaris,
Graag wil het bestuur van Stichting Acvoda van de geboden gelegenheid gebruik maken om te reageren op de twee bovengenoemde internetconsultaties. Aangezien beide consultaties vrijwel niet afzonderlijk van elkaar behandeld kunnen worden, is dit document een reactie op beide consultaties.
Samenvatting
De voorgestelde regelgeving beantwoordt een dringende vraag vanuit zowel de Tweede Kamer als vanuit de Nederlandse samenleving om de jeugd te beschermen tegen de gevaren van het roken.
Op het eerste oog lijkt deze regelgeving dat ook te doen, bij nadere inspectie blijkt dit echter zeker niet het geval.
De Kamer heeft u middels de motie Faber verzocht om een displayban van tabakswaren. U gaat met de voorgestelde regelgeving verder dan het aan u gestelde mandaat, en betrekt ook dampwaren (zoals e-sigaretten) in de displayban.De voorgestelde regelgeving werpt voor het gebruik en de aanschaf van een inmiddels bewezen veel minder schadelijk alternatief verlammende beperkingen op terwijl de tabakssigaret amper geraakt wordt. Het wordt met deze regelgeving moeilijker voor een roker om over te stappen op e-sigaretten. Enerzijds vanwege de relatieve onbekendheid met het product, anderzijds vanwege de daarmee samenhangende beperkte informatievoorziening.
Zowel het Britse Ministerie van Volksgezondheid [1] als de FDA in de VS [2] benadrukken dat rokers die niet kunnen of willen stoppen met roken gestimuleerd moeten worden over te stappen op e-sigaretten, en dat het potentieel van de e-sigaret optimaal benut moet worden.De beleidskeuze en de regelgeving die in Nederland gemaakt wordt wijkt daar sterk van af, zonder duidelijke rationale of feitelijke onderbouwing.
Tevens constateren we dat de NVWA al in juli 2017 een voorschot neemt op de onderhavige wetswijziging, door te stellen dat het gebruik van foto’s of tekstuele aanvullende informatie in de zomer van 2017 al niet meer toegestaan zijn bij online verkoop [3].
Onduidelijke terminologie, inconsistent gebruik
Er wordt in zowel de toelichtingen, de Regeling als in het Besluit meerdere malen gesproken over rookwaren, dampwaren, accessoires, aanverwanten e.d. zonder een duidelijke definitie van deze begrippen en zonder consistent gebruik daarvan. Dit maakt zowel de Regeling als het Besluit zeer moeilijk juist te interpreteren.
Een concreet en schrijnend voorbeeld daarvan is het gebruik van de term niet-nicotinehoudende vloeistof zonder verdere definiëring. We zijn genoodzaakt u er in dit kader op wijzen dat elke vloeistof die geen nicotine bevat voldoet aan die definitie. Dus ook koffie, thee, benzine, water enzovoorts.
We hoeven u niet uit te leggen dat de technische uitvoerbaarheid van regelgeving met dermate inconsistente en niet-specifieke terminologie schier onmogelijk is.
Verbod op informatievoorziening
De veel minder schadelijke alternatieven die er zijn zoals e-sigaretten en dampvloeistoffen, worden door reclame- en uitstalverbod veel harder getroffen. Gebruikers van e-sigaretten, en in het bijzonder mensen die momenteel tabak roken en de overstap willen maken, kunnen daardoor op geen enkele wijze meer geïnformeerd worden over welke producten er beschikbaar zijn en hoe die producten gebruikt dienen te worden. Voor een conventioneel tabaksproduct geldt dat een gebruiksaanwijzing niet onmisbaar is; veel ingewikkelder dan de sigaret uit het pakje halen, aansteken met een aansteker of lucifer en de rook inhaleren wordt het niet. Ook de keuze in verschillende producten (merken en types) is relatief beperkt. Het kopen van sigaretten blijft daardoor ook ná het invoeren van de displayban eenvoudig.
Dit in tegenstelling tot het kopen van e-sigaretten. Er zijn tal van verdampers die gebruikt kunnen worden, met elk hun eigenschappen en toepassingen (veel/weinig damp, veel/weinig lucht, ergonomie, wijze van navullen, wijze van vervangen van coils, etc) en er zijn ook tal van batterijdragers die gebruikt kunnen worden waarbij soortgelijke eigenschappen van belang zijn (ergonomie, wijze van opladen, elektronische eigenschappen, grootte c.q. omvang, etc).
De gebruikte vloeistof is nog het meest overzichtelijk ook al is er een zeer ruim aanbod, maar ook daar zijn er vele variabelen die van belang zijn (smaak, nicotinegehalte, verhouding PG/VG).Een verkoper mag niet vertellen wat er te koop is (wegens het verbod op aanprijzing), en als de roker die wil overstappen weet wat hij of zij wil, dan mag de verkoper niets laten zien of erover vertellen. Online mag er helemaal niets getoond worden, en in een fysieke winkel mag een product uitsluitend in de gesloten verpakking getoond (en derhalve niet gedemonstreerd) worden.
Bij een dampvloeistof is het zelfs expliciet verboden om de smaak te vermelden (artikel 3.10 vierde lid sub c van de Regeling) maar toch suggereert u dat “de etiketteringsvoorschriften en een bijsluiter maken dat consumenten geïnformeerd zijn over het gebruik van deze producten.”
De zorgplicht en andere verplichtingen die de verkoper heeft conform het Burgerlijk Wetboek (en de Wet Koop op Afstand in geval van online verkoop) staat op zeer gespannen voet met deze bepalingen uit de Tabaks- en rookwarenwet.
We verzoeken u om toe te lichten hoe deze veel te beperkte informatievoorziening die specifiek gericht is op e-sigaretten en dampvloeistoffen, strookt met de bescherming van de volksgezondheid welke het beoogde effect is van deze wetswijziging.
Bovendien worden alle producten, van sigaretten tot e-sigaret, nu gekenmerkt als ‘dermate schadelijk …’, terwijl er onmiskenbaar en aantoonbaar een significant verschil in schadelijkheid bestaat. Door deze typering zorgt u voor onjuiste informatievoorziening aan rokers en gebruikers van e-sigaretten, hetgeen in strijd is met de harm reduction bepalingen in de door Nederland in 2003 onderschreven Framework Convention on Tobacco Control van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
“tobacco control” means a range of supply, demand and harm reduction strategies that aim to improve the health of a population by eliminating or reducing their consumption of tobacco products and exposure to tobacco smoke
Indien, zoals regelmatig gesteld, zowel de Regeling als het Besluit bedoeld zijn ter bescherming van de volksgezondheid, kan het niet zo zijn dat alle tabaks- en rookwaren, ongeacht hun schadelijkheid onder één noemer geschaard worden met een identiek risicoprofiel.Elektronische dampwaar heeft bewezen een effectief middel te zijn in het terugdringen van de rookprevalentie en het aanzienlijk verminderen van schade[4]. Door fors minder schadelijke alternatieven met dezelfde restricties op te zadelen als de extreem schadelijke producten wordt de consument de keuze onthouden. Dit staat haaks op het uitgangspunt de volksgezondheid te willen beschermen.
Uitstalverbod wel voor batterij, maar niet voor (water)pijp
Het bevreemdt ons dat de Regeling zich t.a.v. elektronische sigaretten (en EZN) zich strekt tot zowel de vloeistof als de apparatuur (en elk onderdeel daarvan) benodigd voor het gebruiken ervan, terwijl dit voor de andere categorieën producten in de Tabaks- en Rookwarenwet niet zo is.Voorgevulde e-sigaretten voor (meestal) eenmalig gebruik (ook wel bekend als cigalikes) waarbij vloeistof, verdamper en batterijhouder zijn samengevoegd, zijn slechts een klein (<1%) deel van datgene dat gebruikt wordt.
Het is belangrijk te erkennen dat dampvloeistof zich verhoudt tot de verdamper en de batterijhouder zoals tabak zich verhoudt tot een (water)pijp of vloeipapier.Voor tabak en voor de voor roken bestemde kruidenproducten zijn de (water)pijp, vloeipapier, asbak, grinder, etc. niet onderhevig aan het uitstalverbod, terwijl voor de e-sigaretten (en EZN) de verdamper, de batterijhouder en elk onderdeel (inclusief weerstandsdraad, katoen, batterij enzovoorts) onderhevig zijn aan de regelgeving. Dit is niet proportioneel en getuigt bovendien niet van een adequaat begripsniveau van de materie bij de wetgever.
Bovendien is het op z’n minst vreemd te noemen dat voor sigaren, pijp- en pruimtabak nog steeds de specifieke uitzondering van het uitstalverbod wordt toegepast. We verzoeken u daarom met klem toe te lichten welke rationale er is voor deze uitzondering.
Pruimtabak versus Snus
Overigens is het onbegrijpelijk dat pruimtabak nog steeds expliciet toegestaan wordt en zelfs getoond mag worden, terwijl een uitdrukkelijk verbod van tabak voor oraal gebruik al geruime tijd van kracht is. Pruimtabak wordt uitsluitend oraal gebruikt, maar is uitgezonderd van het verbod op tabak voor oraal gebruik. De instandhouding van dit verbod dat per saldo alleen snus raakt, zorgt er effectief voor dat een veel minder schadelijk product [5](snus) verboden is terwijl het overduidelijk schadelijke product (pruimtabak) verkrijgbaar blijft. We verzoeken u toe te lichten hoe dit strookt met de bescherming van de volksgezondheid en wat het beoogde effect is van het behouden van de uitzondering voor pruimtabak op het verbod van tabak voor oraal gebruik in deze Regeling.
Verdere beantwoording consultatie
In de navolgende pagina’s treft u achtereenvolgens de beantwoordingen van vragen van beide consultaties, alsmede opmerkingen op de tekst van respectievelijk de Regeling en het Besluit.
Stichting Acvoda stelt dat niet-rokers, ex-rokers en ook de huidige rokers cruciale stakeholders zijn in de wet- en regelgeving omtrent elektronische sigaretten, met of zonder nicotine. Stichting Acvoda is uitsluitend in dat gebied actief en behartigt uitsluitend de belangen van deze mensen.
De bestuursleden en betrokken vrijwilligers van Stichting Acvoda zijn op generlei wijze gelieerd aan noch de tabaksindustrie dan wel de e-sigarettenindustrie; zij zijn professioneel actief in respectievelijk accountancy, IT, onderwijs en de overheid.
De financiering van Acvoda bestaat uit giften van particulieren, vaak gebruikers van e-sigaretten.Een aantal van de verhalen van overstappers staan op onze website onder http://acvoda.nl/dampverhalen.
Graag willen we daarom nogmaals benadrukken dat wij graag samen met U en uw Ministerie aan de slag willen om de doelstellingen optimaal in te vullen en de volledige potentie van e-sigaretten te benutten binnen het door de overheid te voeren beleid.
Voor vragen c.q. opmerkingen kunt u te allen tijde contact met ondergetekenden opnemen.
Met vriendelijke groet,
namens Stichting AcvodaActief voor Dampen
Muriël Schipper, Amsterdam James Young, Geldrop
Sander Aspers, Weert Martijn Voncken, Puth
Rob de Lange, Koekange Marcel Göertz, Weert